• Veilig sportklimaat

  • Inleiding

    Alle leden van Sc. Overwetering moeten vrijuit en ongestoord kunnen sporten in een veilige en prettige omgeving.Om een veilig sportklimaat te creëren en te borgen, zijn binnen de club een aantal preventieve maatregelen genomen:

  • Het vaststellen en op de website publiceren van een gedragscode voor iedereen die op welke manier dan ook is betrokken bij Sc. Overwetering.

    Met deze gedragscode geven we bruikbare gedrags- en omgangsregels, die bijdragen aan een gezonde en veilige (sport)omgeving, een prettige (sport)sfeer, een respectvolle onderlinge omgang met elkaar en het voorkomen van ongewenst gedrag. De gedragscode geldt niet alleen binnen onze eigen club, maar ook daarbuiten en in de omgang met andere clubs en verenigingen. Onder de gedragscode vallen ook maatregelen om seksuele intimidatie te voorkomen. Er gelden op dat gebied binnen Sc. Overwetering specifieke regels ten bate van alle leden en specifiek voor de bescherming van de jeugdleden.
  • Het vaststellen en hanteren van een aannamebeleid voor trainers, coaches, begeleiders, verzorgers en overige kaderleden die een vrijwilligersfunctie binnen Sc. Overwetering vervullen en in het uitoefenen van die functie werken met minderjarigen (onder de 18 jaar).
  • Het aanstellen van een vertrouwenscontactpersoon (VCP).

    De vertrouwenscontactpersoon (VCP) is voor Sc. Overwetering het eerste aanspreekpunt voor iedereen die te maken heeft met seksuele intimidatie of ander ongewenst gedrag, zoals pesten, discriminatie, lichamelijk geweld, etc. en hier met een onafhankelijk iemand over wil praten.
  • Uitgangspunten

    Bij het vaststellen van de maatregelen ten behoeve van een veilig (jeugd)sportklimaat zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

    1. De oprechte wensen en de belangen van een lid hebben voorrang boven de wensen en belangen van trainers, begeleiders, bestuursleden en/of overig vrijwilligerskader, mits niet in strijd met statuten, huishoudelijk reglement, lidmaatschapsvoorwaarden en/of vastgestelde beleidsuitgangspunten, zoals gepubliceerd op de website van Sc. Overwetering.
    2. Mensen hebben het recht om zelf hun grenzen te stellen in de omgang met elkaar.
    3. We gaan op een respectvolle manier met elkaar om. Bestuurs- en commissieleden, (assistent)trainers, coaches, begeleiders en het overige vrijwilligerskader geven daarbij het goede voorbeeld.
    4. Onder ongewenst gedrag verstaan we alle vormen van intimidatie, agressie en geweld, discriminatie of pesten.
    5. Van ongewenst gedrag kan zowel sprake zijn bij direct contact als bij contact via communicatiemiddelen zoals telefoon, internet, e-mail, sociale media, etc.
    6. Om te bepalen of er sprake is van ongewenst gedrag wordt niet uitgegaan van de bedoelingen van de veroorzaker, maar van de wijze waarop het gedrag overkomt bij de persoon die het ondergaat.
  • Gedragscode en omgangsregels

    Algemene gedrags-/omgangsregels

    Een lid van Sc. Overwetering …

    1. Heeft hart voor de club.
    2. Is zuinig op zijn/haar club, de accommodatie en de materialen waarvan hij/zij gebruik maakt.
    3. Heet iedereen welkom, sluit niemand buiten en accepteert en respecteert de ander zoals hij/zij is.
    4. Onthoudt zich van ongewenst gedrag, zoals schelden, grof taalgebruik, irriteren, geweld, discriminatie, pesten, seksuele intimidatie en andere vormen van (verbale) agressie.
    5. Valt de ander niet lastig, berokkent de ander geen schade en houdt rekening met de grenzen die de ander aangeeft.
    6. Respecteert de privacy van een ander, stelt geen ongepaste vragen en maakt geen ongewenste opmerkingen over iemands persoonlijk leven of uiterlijk.
    7. Houdt van zijn/haar vrijwilligers en/of is er zelf één.
    8. Toont respect in het veld en daarbuiten en respecteert de leiding.
    9. Draagt de gedragscode ook uit naar anderen en spreekt anderen aan op ongewenst gedrag.
    10. Beseft dat hij/zij ook buiten het sportcomplex/de sporthal een ambassadeur van de club is en vertegenwoordigt de club op sportieve en correcte wijze.
  • Specifieke gedrags-/omgangsregels voor trainers en begeleiders

    1. De trainer/begeleider zorgt voor een omgeving waarin de sporter zich fysiek en emotioneel veilig voelt.
    2. De trainer/begeleider leert de sporter dat spelregels afspraken zijn waar niemand zich aan mag onttrekken.
    3. De trainer/begeleider heeft een voorbeeldfunctie en dwingt (daardoor) respect af.
    4. De trainer/begeleider weet dat leden voor hun plezier sporten en iets willen leren. Winnen is slechts een onderdeel van de sport, verliezen trouwens ook.
    5. De trainer/begeleider schreeuwt niet en maakt de sporter/het team nooit belachelijk als fouten worden gemaakt of een wedstrijd wordt verloren (zeker niet ten overstaan van derden).
    6. De trainer/begeleider is gul met lof wanneer de sporter/het team dat verdient.
  • Specifieke gedrags-/omgangsregels ter preventie van seksuele intimidatie

    1. De begeleider zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt.
    2. De begeleider bejegent de sporter niet op een wijze die de sporter in zijn/haar waardigheid aantast en dringt niet verder in het privéleven van de sporter door dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.
    3. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (macht)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
    4. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot achttien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
    5. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
    6. De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook.
    7. De begeleider zal tijdens training(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleed- of hotelkamer. Bij risicogevoelige situaties (bijvoorbeeld wassen/douchen, uitkleden en slapengaan) zijn minstens twee leidinggevenden aanwezig. Indien er door omstandigheden maar een leidinggevende aanwezig kan zijn, dan moet ervoor gezorgd worden dat altijd meer dan 1 jongere aanwezig zal zijn.
    8. De begeleider heeft de plicht – voor zover in zijn vermogen ligt – de sporter te beschermen tegen schade en (macht)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
    9. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
    10. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.
    11. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.
  • Aannamebeleid voor nieuwe vrijwilligers

    Het aannamebeleid voor nieuwe vrijwilligers bestaat uit de volgende stappen:

    1. Eén van de leden van het algemeen bestuur (AB) en/of vrijwilligerscoördinator voert een kennismakingsgesprek met de nieuwe vrijwilliger.
    2. Indien de nieuwe vrijwilliger afkomstig is van een andere vereniging, neemt bovengenoemd AB-lid en/of vrijwilligerscoördinator contact op met de club waar de vrijwilliger vandaan komt om de referenties te checken.
    3. De secretaris vraagt via de Regeling Gratis VOG een Verklaring Omtrent Gedrag aan voor de vrijwilliger. Het aanvragen van een VOG wordt elke 3 jaar herhaald.
    4. De nieuwe vrijwilliger wordt lid (gemaakt) van de bond en als dat niet kan, tekent de nieuwe vrijwilliger een VOT (Verklaring Onderwerping Tuchtrecht).nDaarmee valt hij/zij onder het tuchtrecht van de bond en is hij/zij daarvan op de hoogte.
    5. De nieuwe vrijwilliger conformeert zich aan de omgangs- en gedragsregels die gelden binnen de club.
  • Vertrouwenscontactpersoon (VCP)

    De vertrouwenscontactpersoon (VCP) is voor onze vereniging het eerste aanspreekpunt voor iedereen die te maken heeft met seksuele intimidatie of ander ongewenst gedrag als pesten, discriminatie, lichamelijk geweld, etc. en hier met een onafhankelijk iemand over wil praten.

    De VCP is beschikbaar voor iedereen die opmerkingen of vragen heeft over grensoverschrijdend gedrag of die over een concreet incident een gesprek wil met iemand die bekend is binnen onze sportvereniging.

    De VCP is er voor sporters, ouders van sporters, toeschouwers, kaderleden, vrijwilligers, bestuur, etc.

    De taken van de VCP zijn vooral procedureel adviserend en omvatten:

    • Eerste opvang/aanspreekpunt
    • Doorverwijzen
    • Preventie-activiteiten

     Voor Sc. Overwetering treden Astrid Bijsterveld en Aart Burgers op als VCP.